Je lichaam als mooiste instrument
Euritmie komt voort uit jezelf.
‘Waarom moeten we dit eigenlijk doen’, vraagt een wakkere leerling in de derde klas vertwijfeld. Het antwoord is niet zo simpel. Hoe leg je iets uit dat met niets anders te vergelijken valt?
De kiem van onze ontwikkeling ligt besloten in het begin van ons leven, als we op eigen benen gaan staan, we gaan spreken en gaan denken. Daar zit een wetmatige volgorde in: spreken en denken komen voort uit het bewegen. Alle latere ontwikkeling verloopt volgens de patronen die je bij het leren lopen, spreken en denken tegenkomt. Op dit beginakkoord borduurt het vrijeschoolleerplan voort.
Als een kind leert lopen wordt duidelijk dat er een verschil is tussen het zelf en de wereld. Roodkrijttekening van Rembrandt, ca. 1637, Getty Museum, Los Angeles.
Het kind en de wereld Als een kind zich opricht en gericht gaat bewegen, toont het de wil om tot steeds meer eigen waarnemingen te komen. Het heeft er alles voor over om de wereld te gaan aftasten en ook zichzelf te gaan waarnemen. Als een kind zich opricht, wordt het wakker. Kunnen lopen maakt duidelijk dat er een verschil is tussen jezelf en de wereld. In het lopen verovert een kind een evenwicht tussen rust en gerichte beweging, waardoor ook terughouding kan ontstaan. Hierdoor kan een relatie ontstaan tussen binnen- en buitenwereld.
Van spreken naar denken In het spreken worden de motoriek en de waarneming steeds verder verfijnd. Spreken begint als het kind binnen- en buitenwereld met elkaar gaat verbinden. Hiervoor moet er al taal om het kind heen zijn. Het begint een gevoel te krijgen voor de cultuur die het om zich heen heeft en voor de eigen identiteit. Dat het zelf iemand is, wordt voor het kind duidelijker doordat het via het spreken steeds meer relaties gaat leggen. Het kind wordt een sociaal wezen: achter de uiterlijke wereld, die we allemaal kunnen waarnemen, verschuilt zich ook een binnenwereld. Via de taal en het spreken komt deze wereld naar voren. Ook ontstaat langs de weg van de taal een eigen oordeelsvermogen. Dat brengt het denken op gang. Het kind raakt vertrouwd met wetmatigheden. Het ontdekt logica in de dingen, er is ordening mogelijk, het geheugen wordt aangesproken en er ontstaan innerlijke beelden. Het denken als innerlijk proces is dus ook een activiteit: je kunt het zien als een beweging die in gang gezet wordt door het ik. Vanaf dat moment zegt een kind ook ‘ik’, als het zichzelf bedoelt.
Euritmie komt voort uit onszelf Euritmie doen, zichtbaar spreken en zingen, maakt dat je beter bent voorbereid op wat er uit de wereld op je af komt. In een tijd waarin we steeds meer leven met techniek kunnen we steeds verder verwijderd raken van onze natuurlijke ontwikkelingsgang. Euritmie wordt alleen maar belangrijker, omdat het niet iets is wat kunstmatig verzonnen is, maar voortkomt uit onszelf. Euritmie doen helpt om in een verwerkingsproces te komen. Je oefent in feite de vaardigheid om de wereld in jezelf samen te vatten.
Het euritmische gebaar toont onze innerlijke kwaliteiten. Het leeft in scheppende krachten van uitbreiden en verdichten, van rust en beweging, zoekend naar evenwicht en harmonie. Het ademende ritmische element schept een midden. Als je in het midden terecht komt, ervaar je het ritme van het leven. Dat is euritmie.
Boudewijn van Sluijs geeft lessen euritmie aan leerlingen van Vrije School Zeeland Dit is een samenvatting van zijn artikel dat eerder verscheen in De Seizoener, met dank aan Boudewijn van Sluijs.
Comments